2. Een of meer ondernemingen worden in de zin van deze verordening geacht een machtspositie te bekleden indien zij, al dan niet door coördinatie van hun marktgedrag, de economische macht bezitten om met name de prijzen, de productie, de kwaliteit van de producten of diensten, de distributie of de innovatie merkbaar te beïnvloeden, of om mededinging merkbaar uit te sluiten.
2. For the purpose of this Regulation, one or more undertakings shall be deemed to be in a dominant position if, with or without coordinating, they hold the economic power to influence appreciably and sustainably the parameters of competition, in particular, prices, production, quality of output, distribution or innovation, or appreciably to foreclose competition.