De Raad bevestigde dat dit type akkoorden een essentieel en integraal onderdeel van het GVB zou blijven en dat de akkoorden gesloten dienen te worden in overeenstemming met een op de kosten en de baten gerichte aanpak en dat deze akkoorden coherent met het overige beleid van de Europese Unie dienen te zijn.
Der Rat bekräftigte, dass solche Abkommen ein wesentlicher, integraler Bestandteil der gemeinsamen Fischereipolitik bleiben werden und dass die Abkommen unter Beachtung des Kosten-Nutzen-Aspekts abgeschlossen werden müssen und ihre Kohärenz mit anderen Politiken der Europäischen Union sichergestellt werden muss.