Artikel 45, lid 1, van het Statuut bepaalt in dit verband dat het tot aanstelling bevoegd gezag voor de vergelijking van de verdiensten met name rekening moet houden met de over de ambtenaren uitgebrachte beoordelingsrapporten, het gebruik, in de uitoefening van hun ambt, van andere talen dan de taal waarvoor zij van een grondige kennis blijk hebben gegeven, en zo nodig met de door hen gedragen verantwoordelijkheden.
In dieser Hinsicht sieht Art. 45 Abs. 1 des Statuts vor, dass die Anstellungsbehörde bei der Abwägung der Verdienste insbesondere die Beurteilung des Beamten, die Benutzung anderer Sprachen in der Ausübung seines Amtes als der Sprache, in der der Beamte gründliche Kenntnisse nachgewiesen hat, und gegebenenfalls das Maß der von ihm getragenen Verantwortung berücksichtigt.