17. is van mening dat artikel L, sub c) van het Verdrag betreffende de Europese Unie, zoals dit door het Verdrag van Amsterdam moet worden ingevoerd, als opdracht aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen moet worden beschouwd om een hoogstaande en volledige bescherming van de grondrechten op het werkterrein van de Europese Gemeenschap, en, voorzover het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen daartoe de bevoegdheid bezit, op het werkterrein van de Europese Unie, te waarborgen en te ontwikkelen, met dien verstande dat de bescherming van de rechten van de mens door het Hof van Justitie ten minste van hetzelfde niveau moet zijn als die van een wi
llekeurig nationaal constitutioneel gerechtshof ...[+++];
17. ist der Auffassung, daß Artikel Lc) EUV, wie er durch den Vertag von Amsterdam eingeführt werden soll, als Auftrag an den Europäischen Gerichtshof zu werten ist, einen hochstehenden und umfassenden Grundsrechtsschutz im Tätigkeitsbereich der Europäischen Gemeinschaft zu gewährleisten und zu entwickeln, so daß der Schutz der Menschenrechte durch den Gemeinschaftsgerichtshof zumindest so umfassend ist wie derjenige jedes nationalen Verfassungsgerichts; ein solcher Grundrechtsschutz soll auch, sofern der EUGH dazu die Kompetenz besitzt, im Tätigkeitsbereich der Europäischen Union gelten;