3. De in de leden 1 en 2 bedoelde werkprogramma's houden rekening met de huidige stand van de wetenschap, de technologie en de innovatie op nationaal, Europees en internationaal niveau en met relevante beleids-, markt- en maatschappelijke ontwikkelingen.
(3) Die Arbeitsprogramme nach Absatz 1 und 2 berücksichtigen den Stand von Wissenschaft, Technologie und Innovation auf nationaler, EU- und internationaler Ebene sowie relevante Entwicklungen in der Politik, auf den Märkten und in der Gesellschaft.