In zaak C-61/03 "Jason Reactor" waren zowel de advocaat-generaal als het Hof van Justitie het erover eens dat bij de onderhandelingen die hebben geleid tot de ondertekening van het Euratom-Verdrag de toepassing ervan op kernenergie voor militaire doeleinden wel is behandeld, maar niet is opgelost.
In der Rechtssache C-61/03 „Reaktor Jason“ vertraten sowohl der Generalanwalt als auch der Gerichtshof übereinstimmend die Auffassung, dass in den Verhandlungen, die zur Unterzeichnung des Euratom-Vertrags führten, dessen Anwendung auf die militärischen Verwendungen der Atomenergie beabsichtigt war, diese Frage aber offen gelassen wurde.