Artikel 2. 6.1, § 3, eerste lid, 2°, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening schendt de artikelen 10, 11 en 16 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in de interpretatie dat bij het onderzoek of het perceel de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van het definitieve ruimtelijk uitvoeringsplan stedenbouwkundig in aanmerking komt voor bebouwing, ook rekening wordt gehouden met het stedenbouwkundig beleid, zoals dat blijkt uit de structuurplannen en uit het vergunningenbeleid van het bestuur.
Artikel 2. 6.1 § 3 Absatz 1 Nr. 2 des Flämischen Raumordnungskodex verstößt gegen die Artikel 10, 11 und 16 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zur Europäischen Menschenrechtskonvention, dahin ausgelegt, dass bei der Prüfung dessen, ob die Parzelle am Tag vor dem Inkrafttreten des endgültigen räumlichen Ausführungsplans in städtebaulicher Hinsicht für eine Bebauung in Frage kam, auch die Städtebaupolitik, so wie sie aus den Strukturplänen und aus der Genehmigungspolitik der Verwaltung hervorgeht, berücksichtigt wird.