Dit voorstel was een aanvullende maatregel in het kader van de tenuitvoerlegging van Richtlijn 89/391/EEG. Het regelde de manier waarop de bepalingen van de richtlijn moesten worden toegepast op specifieke gevallen betreffende de blootstelling aan vier verschillende soorten fysische agentia: lawaai, trillingen, elektromagnetische velden en optische stralingen.
Cette proposition constituait une mesure additionnelle destinée à mettre en œuvre la Directive 89/391/CEE en spécifiant la manière dont les dispositions de cette directive devaient s'appliquer à des cas spécifiques concernant l'exposition à quatre types d'agents physiques, à savoir le bruit, les vibrations, les champs électromagnétiques et les rayonnements optiques, chacun desquels étant inclus dans une annexe séparée.