Het eerste middel is meer bepaald gericht tegen de artikelen 213, 217, 218 en 219 van de wet van 21 december 2009 doordat zij tot gevolg zouden hebben dat de personen die zijn veroordeeld tot een werkstraf van meer dan 60 uur het recht zou worden ontnomen, met schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, om het ambt van gezworene uit te oefenen, terwijl dat niet het geval is voor de personen die een opschorting van de uitspraak van de veroordeling genieten.
Le premier moyen est plus particulièrement dirigé contre les articles 213, 217, 218 et 219 de la loi du 21 décembre 2009 en ce qu'ils auraient pour effet de priver, en violation des articles 10 et 11 de la Constitution, les personnes condamnées à une peine de travail de plus de soixante heures du droit d'exercer la fonction de juré, tandis que tel n'est pas le cas pour les personnes qui bénéficient de la suspension du prononcé de la condamnation.