Art. 35. Elk van de leden van de benoemingscommissie behoudt buiten zijn opdracht als lid van de benoemingscommissie, zijn individuele vrijheid van spreken, onder meer voor academische of didactische doeleinden, voor zover dit lid ondubbelzinnig benadrukt dat hij slechts zijn persoonlijke mening uitdrukt en niet de benoemingscommissies verbindt.
Art. 35. En dehors de ses fonctions de membre de la commission de nomination, chacun des membres de la commission de nomination conserve sa liberté individuelle de parole, y compris à des fins académiques ou didactiques, à condition que ce membre souligne sans équivoque qu'il n'exprime que son opinion personnelle et n'engage pas les commissions de nomination.