Op het principiële vlak ben ik van mening dat, wanneer een bodemverontreiniging op een terrein werd vastgesteld die ten name van de vennootschap een saneringsverplichting doet ontstaan, de aangelegde voorziening voor risico's en kosten overeenkomstig artikel 48 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en de artikelen 24 en 25 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het voormeld Wetboek op fiscaal vlak volledig of gedeeltelijk kan worden vrijgesteld, voor zover een bodemonderzoek is uitgevoerd gewe
est door een erkend bodemdeskundige die de bodemverontreiniging heeft vastgesteld en waarbij deze verontreiniging effectief een s
...[+++]aneringsverplichting tot gevolg moet hebben.
Sur le plan des principes, j'estime que lorsqu'une pollution du sol a été constatée sur un terrain et fait naître, dans le chef de la société, une obligation d'assainissement, la provision pour risques et charges constituée peut, sur le plan fiscal, e^tre exonérée en tout ou en partie, en application de l'article 48 du Code des impôts sur les revenus 1992 et des articles 24 et 25 de l'arrêté royal d'exécution dudit Code, pour autant qu'une étude du sol ait été effectuée par un expert en pédologie, constatant la pollution du sol et impliquant effectivement une obligation de procéder à un assainissement.