2. « Schenden de artikelen 81 en 82 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, gewijzigd bij de wet van 4 september 2002, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en brengen zij in het bijzonder een discriminatie teweeg tussen de personen die zich voor een hoofdschuldenaar borg hebben gesteld, in zoverre de toestand van de borg en diens mogelijkheid om de gevolgen van de aan de hoofdschuldenaar toegekende verschoonbaarheid te genieten, worden bepaald door de hoedanigheid van natuurlijke persoon of van rechtspersoon van die hoofdschuldenaar ?
2. « Les articles 81 et 82 de la loi du 8 août 1997 sur les faillites, modifiée par la loi du 4 septembre 2002, violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution et introduisent-ils en particulier une discrimination entre les personnes s'étant engagées en qualité de caution d'un débiteur principal, en ce que la situation de la caution et sa possibilité de bénéficier des effets de l'excusabilité accordée au débiteur principal, est déterminée par la personnalité physique ou morale de ce débiteur principal ?