De in het geding zijnde maatregel - overigens « tegemoetkoming » genoemd in het voormelde artikel 17, § 1 - moet echter worden beschouwd als een compensatiemechanisme tussen twee sectoren van de pers waarvan het economisch onevenwicht de grondwettelijke persvrijheid en het pluralisme van de geschreven pers in gevaar zou kunnen brengen (zie het advies van de afdeling wetgeving van de Raad van State van 4 april 1985, Parl. St., Kamer, 1984-1985, 1222, nr. 1, p. 18).
La mesure en cause - d'ailleurs appelée « compensation » dans l'article 17, § 1, précité - s'analyse toutefois comme un mécanisme de compensation entre deux secteurs de la presse dont le déséquilibre économique pourrait mettre en péril la liberté constitutionnelle de la presse et le pluralisme de la presse écrite (voir l'avis de la section de législation du Conseil d'Etat du 4 avril 1985, Doc. parl., Chambre, 1984-1985, 1222, n° 1, p. 18).