1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen als bedoeld in de artikelen 3, 4, 9, 12, 14 tot en met 25, 34 tot en met 37, 40, 42, 53, 67 en 68 worden aan de Commissie verleend voor een termijn van 4 jaar vanaf 21 juli 2011.
1. Le pouvoir d’adopter les actes délégués visés aux articles 3, 4, 9, 12, 14 à 25, 34 à 37, 40, 42, 53, 67 et 68 est conféré à la Commission pour une période de quatre ans à compter du 21 juillet 2011.