De veiligheidsagenten kunnen, krachtens artikel 13.11 van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, de identiteitsdocumenten van een persoon die een gemeenrechtelijk wanbedrijf of een misdaad heeft gepleegd, of een inbreuk op de vigerende reglementering op het openbaar vervoer, controleren, op voorwaarde dat deze persoon hiermee heeft ingestemd.
Les agents de sécurité peuvent, en vertu de l’article 13.11. de la loi du 10 avril 1990 réglementant la sécurité privée et particulière, contrôler les documents d’identité d’une personne qui a commis un délit de droit commun ou un crime, ou une infraction à la réglementation en matière de transport en commun, à la condition que cette personne y consente.