4. Als het aandeel energie uit hernieuwbare bronnen van een lidstaat in de onmiddellijk voorafgaande periode van twee jaar zoals vermeld in bijlage I, deel B, lager is dan de indicatieve keten, dient die lidstaat uiterlijk op 30 juni van het jaar daarop een gewijzigd nationaal actieplan voor energie uit hernieuwbare bronnen in bij de Commissie, waarin adequate en evenwichtige maatregelen zijn opgenomen om binnen een redelijke termijn aansluiting te vinden bij de indicatieve keten van bijlage I, deel B.
4. Un État membre dont la part de l’énergie produite à partir de sources renouvelables tombe en dessous de la trajectoire indicative, dans la période de deux ans immédiatement antérieure établie à l’annexe I, partie B, présente un plan d’action national modifié en matière d’énergies renouvelables à la Commission, au plus tard le 30 juin de l’année suivante, indiquant les mesures proportionnées qu’il compte prendre pour satisfaire, selon un calendrier raisonnable, à la trajectoire indicative de l’annexe I, partie B.