Art. 12. De passagiers die in het bezit zijn van een geldig luchtvervoerbewijs zijn, de leden van het vliegend personeel van de luchtvaartmaatschappijen die in het bezit zijn van een pilootvergunning of van vliegend mecanicien of van een geldig boordpersoneelslidbewijs en de piloten van de algemene luchtvaart (en hun begeleiders) afkomstig van een andere luchthaven of van een ander vliegveld worden aan start- en landingsbaankant toegelaten voorzover hun aanwezigheid daar vereist is.
Art. 12. Les passagers en possession d'un titre de transport aérien valable, les membres du personnel navigant des compagnies aériennes en possession d'une licence de pilote ou de mécanicien navigant ou d'un certificat de membre d'équipage valable et les pilotes de l'aviation générale (et leurs accompagnants) en provenance d'un autre aéroport ou aérodrome sont admis du côté-piste sans badge pour autant que leur présence y soit nécessaire.