2. De bevoegde autoriteit kan de in lid 1 bedoelde maatregelen uitbreiden tot buiten het in lid 1, onder c), bedoelde gebied, wanneer op grond van de geografische, ecologische of meteorologische situatie of op grond van het verkeer van of naar het bedrijf waar de ziekte is bevestigd, kan worden vermoed dat de paardepest zich nog kan uitbreiden.
2. L'autorité compétente peut étendre les mesures prévues au paragraphe 1 au-delà de la zone visée au paragraphe 1 point c) dans le cas où la situation géographique, écologique ou météorologique ou les mouvements à partir ou en direction de l'exploitation où la maladie a été confirmée permettent de soupçonner une extension éventuelle de la peste équine.