Ook in Vlaanderen binnengebrachte partijen pootaardappelen die als uitgangsmateriaal gebruikt zullen worden, kunnen op het controleveld uitgeplant worden. De uitgeplante partijen worden aan de volgende tellingen onderworpen: 1° het aantal viruszieke planten (bladrol, mozaïek); 2° het aantal bacteriezieke planten; 3° het aantal aantastingen door Rhizoctonia solani; 4° het aantal verwelkte planten veroorzaakt door schimmelziekten en het aantal off-types.
Les lots plantés sont soumis aux comptages suivants : 1° le nombre de plantes atteintes de viroses (enroulement, mosaïque) ; 2° le nombre de plantes atteintes de bactéries ; 3° le nombre de contaminations par Rhizoctonia solani ; 4° le nombre de plantes atteintes de flétrissements d'origine fongique et le nombre de plantes hors types.