(10) VERWIJST naar de conclusies van de Raad van 20 september 2001, waarin de Raad beklemtoont dat ervoor dient te worden gezorgd dat de wetshandhavingsinstanties de mogelijkheid hebben om strafbare feiten te onderzoeken die het gebruik van elektronische communicatie omvatten, waarbij een evenwicht moet worden gevonden tussen de bescherming van persoonsgegevens en de noodzaak voor de wetshandhavingsinstanties en de justitiële autoriteiten om toegang te verkrijgen tot gegevens ten behoeve van strafrechtelijk onderzoek en strafrechtelijke vervolging, en verwijst tevens naar het Verdrag inzake cybercriminaliteit van de Raad van Europa.
10) RAPPELLE les conclusions du Conseil du 20 septembre 2001, qui soulignent la nécessité de veiller à ce que les services répressifs aient la possibilité d'enquêter sur des faits criminels comportant l'utilisation de communications électroniques, tout en veillant à assurer un équilibre entre la protection des données à caractère personnel et le besoin des services répressifs et des autorités judiciaires d'avoir accès à des données à des fins d'enquête et de poursuites pénales, ainsi que la Convention sur la cybercriminalité du Conseil de l'Europe;