« Schendt artikel 21, § 2, derde lid, van het decreet van 10 juli 2008 betreffende het toeristische logies door als bevoegde rechtbank voor het aanvechten van de sluitingsmaatregel, de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg zetelend in kort geding aan te duiden, de artikelen 6 EVRM, 10, 11, 144 en 145 van de Grondwet doordat op deze wijze niet meer kan geargumenteerd worden over de uitvoerbaarheid bij voorraad en dit wel het geval is indien de zaak aanhangig zou gemaakt kunnen worden bij de gewone rechter, zoals het geval is bij het opleggen van een administratieve geldboete ?
« L'article 21, § 2, alinéa 3, du décret du 10 juillet 2008 relatif à l'hébergement touristique viole-t-il l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme et les articles 10, 11, 144 et 145 de la Constitution, en désignant le président du tribunal de première instance siégeant en référé comme juridiction compétente lorsqu'il s'agit d'attaquer la mesure de fermeture, en ce que, de cette manière, l'exécutabilité par provision ne peut plus être contestée, alors que ceci serait possible si le juge ordinaire pouvait être saisi de l'affaire, comme c'est le cas lorsqu'une amende administrative est imposée ?