1.1. Bij laadketels in koolstofstaal, in gelegeerd staal met Ni en in austenitisch staal met Cr-Ni moeten de delen van de laadketel, die door de vormgeving een koudharding hebben ondergaan te wijten aan een permanente vervorming van meer dan 3 pct., onderworpen worden aan een thermische behandeling die past bij de aard van het metaal zodat het zijn gunstige eigenschappen terugkrijgt.
1.1. Les parties des conteneurs-citernes en acier au C, en acier allié au Ni et en acier austénitique au Cr-Ni ayant subi par formage un écrouissage dû à une déformation permanente supérieure à 3 p.c. doivent être soumises à un traitement thermique approprié à la nature du métal de manière à lui rendre ses qualités les plus favorables.