Het gewas moet in het bijzonder voldoen aan de volgende normen : 1) Het percentage aan planten die duidelijk rasafwijkend zijn, mag niet meer bedragen dan : i) voor de gewassen voor de productie van basiszaad : 0,1% voor de instandhouder en de hersteller en 0,2% voor de vrouwelijke kruisingspartner (met CMS); ii) voor de gewassen voor de productie van gecertificeerd zaad : 0,3 % voor de hersteller en de vrouwelijke kruisingspartner (met CMS) en 0,5 % als de vrouwelijke kruisingspartner (met CMS) een enkele hybride is.
Elle doit répondre notamment aux normes suivantes : 1) Le pourcentage en nombre de plantes qui sont manifestement non conformes au type ne peut pas dépasser : i) pour les cultures destinées à la production de semences de base : 0,1 % pour la lignée mainteneuse et la lignée restauratrice et 0,2 % pour le composant femelle (avec SMC) ; ii) pour les cultures destinées à la production de semences certifiées : 0,3 % pour la lignée restauratrice et le composant femelle (avec SMC) et 0,5 % dans le cas où le composant femelle (avec SMC) est un hybride simple.