De wetgever wordt erop gewezen dat artikel 38 van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt, dat het gebruik van vuurwapens betreft, logischerwijs alleen toepassing kan vinden op agenten van het openbaar gezag of van de openbare macht « die een wapen dat tot hun voorgeschreven uitrusting behoort, in dienst bij zich hebben of voor de dienst voorhanden hebben.
L'attention du législateur est attirée sur le fait que l'article 38 de la loi du 5 août 1992 sur la fonction de police, qui concerne l'usage des armes à feu, ne peut logiquement s'appliquer qu'aux agents de l'autorité ou de la force publique « qui portent en service ou détiennent, pour le service, une arme faisant partie de leur équipement réglementaire.