Wat betreft de bestaande ondernemingen die deze werkzaamheden op de op hen toepasselijke datums waarnaar in artikel 18, lid 3, wordt verwezen, gelijktijdig
uitoefenen, moet de lidstaten de mogelijkheid worden geboden deze te machtig
en daarmee voort te gaan, mits zij voor elk van hun bedrijvigheden een gescheiden beheer voeren, zulks ter
bescherming van de belangen van, onderscheidenlijk, hen die een levensverzekering en hen die een schade
...[+++]verzekering hebben afgesloten en opdat de minimale financiële verplichtingen ten laste van de ene werkzaamheid niet worden gedragen door de andere werkzaamheid.