4. Wanneer een lidstaat van mening is dat
met naleving van de leden 2 en 3, lid 1 van toepassing is op een specifieke activiteit, stelt hij de Commissie in kennis van dat
besluit en van alle terzake dienende feiten, en met name van elke wet, voorschrift of
bestuursrechtelijke bepaling of overeenkomst betreffende de overeenstemming met de in lid 1 vermelde voorwaarden, in voorkomend geval samen met het standpunt van een onafhankelij
...[+++]ke nationale instantie die bevoegd is voor de betrokken activiteit.
4. Lorsqu'un État membre estime que, dans le respect des paragraphes 2 et 3, le paragraphe 1 est applicable à une activité donnée, il en informe la Commission et lui communique tous les faits pertinents, et notamment toute loi, règlement, disposition administrative ou accord concernant la conformité aux conditions énoncées au paragraphe 1, ainsi que, le cas échéant, la position adoptée par une autorité nationale indépendante qui est compétente pour l'activité concernée.