2° de alleenstaande persoon met iemand ten laste of
de samenwonende met zijn echtgenoot of met iedere andere persoon met wie hij een feitelijk gezin vormt, indien
hij bewijst aan de hand van om het even welk
document te beoordelen door het bureau voor juridische bijstand of, voor de rechtsbijstand
, al naargelang het geval, door het bureau voor rechtsbijstand of door de
...[+++]rechter, dat het gemiddeld maandelijks netto-inkomen van het gezin tussen het niet voor beslag vatbare minimumbedrag bepaald in artikel 1409, § 1, derde lid en § 1bis, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek en ditzelfde bedrag vermeerderd met 18 % ligt.
2° la personne isolée avec personne à charge, ou la personne cohabitant avec un conjoint ou avec tout autre personne avec laquelle elle forme un ménage, si elle justifie par tout document à apprécier par le bureau d'aide juridique ou, pour l'assistance judiciaire, selon le cas, par le bureau d'assistance judiciaire ou par le juge, que le revenu mensuel net du ménage se situe entre le montant du minimum insaisissable visé à l'article 1409, § 1, alinéa 3 et § 1bis, alinéa 3, du Code judiciaire et ce même montant augmenté de 18 %.