Gelet op artikel 12, § 1, vierde lid, van het voormelde decreet van 28 juni 2002 dat bepaalt dat bij de beoordeling van de onafhankelijkheid van een persoon die wordt voorgedragen als bestuurder van Werkholding de beoordelingscommissie in het bijzonder moet nagaan dat de betreffende persoon geen taken van dagelijks bestuur, dan wel management-taken in Werkholding of T-Groep vervult, en tevens onafhankelijk is ten aanzien van de aandeelhouders van Werkholding;
Vu l'article 12, § 1, alinéa 4 du décret susvisé du 28 juin 2002, qui prévoit que, lors de l'évaluation de l'indépendance d'une personne proposée en tant qu'administrateur de Werkholding, la commission d'évaluation vérifiera en particulier si la personne en question n'assume pas de fonctions de gestion journalière ou de management au sein de Werkholding ou de T-Groep, et si elle est indépendante vis-à-vis des actionnaires de Werkholding;