In artikel 12 van de richtlijn, onder de titel « Voorkoming van misbruik van onderhandelingsposities », worden de lidstaten aangemaand er zorg voor te dragen « dat de betrokkenen de onderhandelingen over toestemming voor doorgifte via de kabel van omroepuitzendingen te goeder trouw aangaan ».
Dans un article 12 intitulé « Prévention des abus de positions de négociation », la directive enjoint les États membres de veiller « à ce que les parties mènent de bonne foi les négociations sur l'autorisation de retransmission par câble ».