3° In geval van een aangetoonde verontreiniging van de winning en van de betrokken plaatsen kan de Minister alle nuttige maatregelen nemen om dit risico te verminderen, met inbegrip van de oplegging, niettegenstaande de artikelen R. 279 § 2 en R. 282, van een individ
uele of gegroepeerd zuiveringssysteem zoals omschreven in artikel R. 233, 24° voor de zuivering van het afvalwater uit de
woningen die op de datum van inwerkingtreding
...[+++]van het besluit tot afbakening van het voorkomingsgebied bestaan en waarvoor het autonoom en tijdelijk saneringsstelsel van toepassing is.
3° en cas de risque avéré de pollution du captage et aux endroits concernés, le Ministre peut prendre toute disposition utile permettant de réduire ce risque, en ce compris imposer que, nonobstant les dispositions de l'article R. 279, § 2 et R. 282, les eaux usées issues des habitations existantes à la date d'entrée en vigueur de l'arrêté délimitant la zone de prévention, et pour lesquelles s'applique le régime d'assainissement autonome et transitoire, soient épurées de manière individuelle ou groupée par un système d'épuration individuelle tel que défini à l'article R. 233, 24°.