Vertaling van "aanslagjaar 1993 toestand " (Nederlands → Frans) :

Voor het aanslagjaar 1993 kan inmiddels de toestand op 31 december 1995 verstrekt worden.
Entre-temps, la situation au 31 décembre 1995 relative à l'exercice d'imposition 1993 peut être fournie.

Art. 5. Artikel 11 van de wet van 18 december 2015 houdende de Middelenbegroting van het begrotingsjaar 2016 wordt vervangen door een artikel luidend als volgt : Overeenkomstig artikel 53, eerste lid, 1°, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur, door de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten, door de bijzondere wet van 19 juli 2012 houdende een correcte financiering van de Brusselse Instellingen en door de bijzondere wet van 6 januari 2014 tot hervorming van de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, tot uitbreiding van de fiscale autonomie van de gewesten en tot financiering van de nieuwe bevoegdheden, en rekening houdend met : a) de in artikel 4, § 5, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 bedoelde toewijzing van nalatigheidintresten, last van verwijlintresten, forfaitaire en proportionele fiscale boeten op de in artikel 3 van dezelfde bijzondere wet bedoelde gewestelijke belastingen; b) de in artikel 5, § 3, tweede lid, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 bedoelde toestand waarbij het Vlaamse Gewest met ingang van het aanslagjaar 1999 instaat voor de dienst van de in artikel 3, 5°, van dezelfde bijzondere wet bedoelde onroerende voorheffing; c) de in artikel 5, § 3, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 bedoelde toestand waarbij : 1) het Waalse Gewest met ingang van 1 januari 2010 instaat voor de dienst van de in artikel 3, 1°, 2° en 3°, van dezelfde bijzondere wet bedoelde gewestelijke belastingen; 2) het Waalse Gewest met ingang van 1 januari 2014 instaat voor de dienst van de in artikel 3, 10°, 11° et 12°, van dezelfde bijzondere wet bedoelde gewestelijke belastingen; 3) het Vlaamse Gewest met ingang van 1 januari 2011 instaat voor de dienst van de in arti ...
Art. 5. L'article 11 de la loi du 18 décembre 2015 contenant le Budget des Voies et Moyens de l'année budgétaire 2016 est remplacé par la disposition suivante : Conformément à l'article 53, alinéa 1, 1°, de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des communautés et des régions, modifiée par la loi spéciale du 16 juillet 1993 visant à achever la structure fédérale de l'Etat, par la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant refinancement des communautés et extension des compétences fiscales des régions, par la loi spéciale du 19 juillet 2012 portant un juste financement des Institutions bruxelloises et par la loi spéciale du 6 janvier 2014 portant réforme du financement des communautés et des régions, élargissement de l'autonomie fiscale des régions et financement des nouvelles compétences, et compte tenu : a) de l'attribution visée à l'article 4, § 5, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989 des intérêts de retard, de la charge des intérêts moratoires ainsi que des amendes fiscales fixes et proportionnelles sur les impôts régionaux visés à l'article 3 de cette même loi spéciale; b) de la situation visée à l'article 5, § 3, alinéa 2, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989, où la Région flamande assure elle-même, à partir de l'exercice d'imposition 1999, le service de l'impôt en matière de précompte immobilier visé à l'article 3, 5°, de cette même loi spéciale; c) de la situation visée à l'article 5, § 3, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989, où : 1) la Région wallonne assure elle-même, à partir du 1 janvier 2010, le service de l'impôt pour les impôts régionaux visés à l'article 3, 1°, 2° et 3°, de cette même loi spéciale; 2) la Région wallonne assure elle-même, à partir du 1 janvier 2014, le service de l'impôt pour les impôts régionaux visés à l'article 3, 10°, 11° et 12°, de cette même loi spéciale; 3) la Région flamande assure elle-même, à partir du 1 janvier 2011, le service de l'impôt pour les impôts régionaux visés à l'article 3, ...

Deze vastgestelde rechten, vermeerderd met de rente, worden, in afwijking van artikel 60 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en de comptabiliteit van de federale staat, voorafgenomen op de terugbetalingen aan de Belgische Schatkist, waartoe de Europese Gemeenschappen ten titel van inningskosten gehouden zijn, luidens het besluit 2007/436 van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van de eigen middelen en het besluit 2014/335 van 26 mei 2014 betreffende het stelsel van de eigen middelen. Art. 11. Overeenkomstig artikel 53, eerste lid, 1°, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, gewijzigd door de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur, door de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten, door de bijzondere wet van 19 juli 2012 houdende een correcte financiering van de Brusselse Instellingen en door de bijzondere wet van 6 januari 2014 tot hervorming van de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, tot uitbreiding van de fiscale autonomie van de gewesten en tot financiering van de nieuwe bevoegdheden, en rekening houdend met : a) de in artikel 4, § 5, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 bedoelde toewijzing van nalatigheidintresten, last van verwijlintresten, forfaitaire en proportionele fiscale boeten op de in artikel 3 van dezelfde bijzondere wet bedoelde gewestelijke belastingen; b) de in artikel 5, § 3, tweede lid, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 bedoelde toestand waarbij het Vlaamse Gewest met ingang van het aanslagjaar 1999 instaat voor de dienst van de in artikel 3, 5°, van dezelfde bijzondere wet bedoelde onroerende voorheffing; c) de in artikel 5, § 3, van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 bedoelde toestand waarbij : 1) het Waalse Gewest met ingang van 1 januari 2010 instaat voor de dienst ...
Par dérogation à l'article 60 de la loi du 22 mai 2003 portant organisation du budget et de la comptabilité de l'Etat fédéral, ces droits constatés, augmentés de l'intérêt, sont prélevés sur les remboursements au Trésor belge que les Communautés européennes sont tenues d'effectuer au titre de frais de perception, aux termes de la décision 2007/436 du 7 juin 2007 relative aux ressources propres et la décision 2014/335 du 26 mai 2014 relative aux ressources propres Art. 11. Conformément à l'article 53, alinéa 1 , 1°, de la loi spéciale du 16 janvier 1989 relative au financement des communautés et des régions, modifiée par la loi spéciale du 16 juillet 1993 visant à achever la structure fédérale de l'Etat, par la loi spéciale du 13 juillet 2001 portant refinancement des communautés et extension des compétences fiscales des régions, par la loi spéciale du 19 juillet 2012 portant un juste financement des Institutions bruxelloises et par la loi spéciale du 6 janvier 2014 portant réforme du financement des communautés et des régions, élargissement de l'autonomie fiscale des régions et financement des nouvelles compétences, et compte tenu : a) de l'attribution visée à l'article 4, § 5, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989 des intérêts de retard, de la charge des intérêts moratoires ainsi que des amendes fiscales fixes et proportionnelles sur les impôts régionaux visés à l'article 3 de cette même loi spéciale; b) de la situation visée à l'article 5, § 3, alinéa 2, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989, où la Région flamande assure elle-même, à partir de l'exercice d'imposition 1999, le service de l'impôt en matière de précompte immobilier visé à l'article 3, 5°, de cette même loi spéciale; c) de la situation visée à l'article 5, § 3, de la même loi spéciale du 16 janvier 1989, où : 1) la Région wallonne assure elle-même, à partir du 1 janvier 2010, le service de l'impôt pour les impôts régionaux visés à l'article 3, 1°, 2° et 3°, de cette même loi spéciale; 2) ...

Opslitsing per gewest van de globale belasting per aanslagjaar a) Aanslagjaar 1993 (toestand op 31 december 1995) Opsplitsing per gewest van de globale belasting per aanslagjaar (in miljoenen frank) Voor tabel zie bulletin blz. 4308 b) Aanslagjaar 1994 (toestand op 30 juni 1995) Opsplitsing per gewest van de globale belasting per aanslagjaar (in miljoenen frank) Voor tabel zie bulletin blz. 4309 Opsplitsing per gewest van de netto-ontvangsten per begrotingsjaar Jaar 1994 Opsplitsing per gewest van de netto-ontvangsten per begrotingsjaar (in miljoenen frank) Voor tabel zie bulletin blz. 4309 Jaar 1995 Opsplitsing per gewest van de netto-ontvangsten per begrotingsjaar (in miljoenen frank) Voor tabel zie bulletin blz. 4309 Vraag nr. 2 Het aantal vennootschappen wordt als volgt opgesplitst per aanslagjaar.
Répartition par régions de l'impôt global par exercice d'imposition a) Exercice d'imposition 1993 (situation au 31 décembre 1995) Répartition par régions de l'impôt global par exercice d'imposition (en millions de francs) Voir tableau dans le bulletin page 4308 b) Exercice d'imposition 1994 (situation au 30 juin 1995) Répartition par régions de l'impôt global par exercice d'imposition (en millions de francs) Voir tableau dans le bulletin page 4309 Répartition par régions des recettes nettes par année budgétaire Année 1994 Répartition par régions des recettes nettes par année budgétaire (en millions de francs) Voir tableau dans le bulletin page 4309 Année 1995 Répartition par régions des recettes nettes par année budgétaire (en millions de francs) Voir tableau dans le bulletin page 4309 Question no 2 Le nombre de sociétés se répartit de la manière suivante par exercice d'imposition.

Vraag 3 De Administratie der directe belastingen beschikt over geen precieze gegevens met betrekking tot de gestelde vraag, aangezien de DBI-aftrek globaal gebeurt met de aftrek als VRI. Niettemin kan men ramen dat het verschil tussen het bedrag dat in aanmerking komt voor de DBI-aftrek en het bedrag ervan dat werkelijk afgetrokken wordt, in de grootorde van 22,8 miljard frank ligt voor het aanslagjaar 1993 (toestand op 31 december 1995) en 24,2 miljard frank voor het aanslagjaar 1994 (toestand op 30 juni 1995).
Question 3 L'Administration des contributions directes ne dispose pas de données précises relatives à la question posée, en raison du fait que la déduction des RDT s'opère globalement avec celle des RME. Toutefois, on peut estimer que la différence entre le montant susceptible d'être déduit à titre de RDT et le montant qui est effectivement déduit à ce titre est de l'ordre de 22,8 milliards de francs pour l'exercice d'imposition 1993 (situation au 31 décembre 1995) et de 24,2 milliards de francs pour l'exercice d'imposition 1994 (situation au 30 juin 1995).

Globale belasting van vennootschappen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Uitsplitsing tussen belastingplichtigen die een Nederlandstalige of een Franstalige aangifte in de vennootschapsbelasting invulden Basis: Aanslagjaar 1993 (toestand op 31 december 1995) Voor tabel zie bulletin blz. 7991
Impôt global des sociétés pour la Région de Bruxelles-Capitale Ventilation entre les contribuables remplissant une déclaration à l'impôt des sociétés en néerlandais ou en français Base: Exercice d'imposition 1993 (situation au 31 décembre 1995) Voir tableau dans le bulletin page 7991

De uitsplitsing van de globale belasting van vennootschappen, met betrekking tot het aanslagjaar 1993 (toestand op 31 december 1995), voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, tussen belastingplichtigen die een Nederlandstalige of een Franstalige aangifte in de vennootschapsbelasting invulden, is opgenomen in de hierna volgende tabel.
La ventilation de l'impôt global des sociétés, relatif à l'exercice d'imposition 1993 (situation au 31 décembre 1995), pour la Région de Bruxelles-Capitale, entre les contribuables remplissant une déclaration à l'impôt des sociétés en néerlandais ou en français, est reprise dans le tableau ci-après.

Wat het 3de lid van de vraag betreft, werd voor het aanslagjaar 1991 (afgesloten boekjaren van 31 december 1990 tot 30 december 1991), toestand op 31 december 1993, in de vennootschapsbelasting 3.574,6 miljoen Belgische frank onroerende voorheffing en 246,8 miljoen Belgische frank fictieve onroerende voorheffing effectief verrekend.
En ce qui concerne le 3ème alinéa de la question, pour l'exercice d'imposition 1991 (exercices comptables clôturés du 31 décembre 1990 au 30 décembre 1991), situation au 31 décembre 1993, 3.574,6 millions de francs belges en précompte immobilier et 246,8 millions de francs belges en précompte immobilier fictif ont été effectivement imputés à l'impôt de sociétés.