Art. 2. In afwijking van de bepalingen van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen, worden de leden van het directiecomité die op het ogenblik van hun aanstelling reeds vast benoemd zijn of tijdens hun aanstelling vastbenoemd worden in de overheidsdiensten bedoeld in artikel 1, § 1, van de wet van 22 juli 1993 houdende diverse maatregelen inzake ambtenarenzaken, in ambtshalve verlof voor opdracht van algemeen belang geplaatst voor de duur van hun mandaat.
Art. 2. Par dérogation aux dispositions de l'arrêté royal du 19 novembre 1998 relatif aux congés et aux absences accordés aux membres du personnel des administrations de l'Etat, les membres du Comité de direction qui, au moment de leur désignation, sont déjà nommés à titre définitif ou pendant leur désignation sont nommés à titre définitif au sein des services publics visés à l'article 1, § 1, de la loi du 22 juillet 1993 portant certaines mesures en matière de fonction publique, sont mis en congé d'office pour mission d'intérêt général pour la durée de leur mandat.