De voorziening voor blijvende arbeids-ongeschiktheden en dodelijke ongevallen mag niet kleiner zijn dan die welke berekend is aan de hand van de technische grondslagen die van kracht zijn op het ogenblik dat het schadegeval zich voordoet, waarbij rekening wordt gehouden met het aantal betalingen per jaar, het tijdstip van de betalingen en eventuele achterstallige betalingen in geval van overlijden.
La provision relative aux incapacités permanentes de travail et aux accidents mortels ne peut être inférieure à celle calculée selon les bases techniques en vigueur au moment de la survenance du sinistre en tenant compte du nombre de paiements par an, du moment des paiements et des arrérages éventuels en cas de décès.