Het Comité adviseert dat: - de regelingen voor een aanvullende bescherming (naast die door octrooien) volgens het type van het gebruiksmodel op voorhand aan een diepgaander onderzoek worden onderworpen en dat daarbij een nauwer verband wordt gelegd met de tekortkomingen van octrooibescherming die in de EU nog verre van volledig en waarvan de werking heterogeen is t.o.v. de octrooibescherming in de VS en Japan; - b
ij eventuele latere voorstellen voor de harmonisatie van die regelingen maatregelen worden gegarandeerd die niet alleen gericht zijn op de harmonisatie van het recht zelf, maar ook van
...[+++]de procedures en de termijnen die gelden voor het verkrijgen en voor het handhaven van een gebruiksmodel en dat een instrument wordt gecreëerd waaraan weinig kosten verbonden zijn en dat met name door het MKB snel en gemakkelijk kan worden geëvalueerd en gehandhaafd, waarbij stoffen en werkwijzen van deze vorm van bescherming worden uitgesloten; - vondsten voor bescherming door een gebruiksmodel in aanmerking komen als aan de vereisten a) "absolute nieuwheid", b) industriële toepasbaarheid en c) "uitvinderswerkzaamheid" (ex artikel 56 van het Europese octrooiverdrag) is voldaan of als de aanwezigheid van een praktisch/industrieel voordeel in vergelijking met de voorafgaande stand van de techniek kan worden aangetoond. De beschermingsomvang door een gebruiksmodel moet duidelijk blijken uit een beperkt aantal gestelde "eisen", terwijl het onderzoek naar de voorafgaande technische toestand over het algemeen facultatief is, maar verplicht wordt gesteld voor wie het recht op gebruiksmodellenbescherming t.o.v. een derde wil laten gelden; - onderzoek wordt gedaan naar de mogelijkheid om een centrale gemeenschappelijke of Europese instantie een actieve rol te laten spelen bij de begeleiding, advisering en ondersteuning van ondernemingen die verwikkeld zijn in de nationale procedures voor de aanvraag en de registratie van gebruiksmodellen, alsook naar de mogelijkheden om op octrooi ...Le Comité recommande : - un nouvel approfondissement préventif des systèmes de protection complémentaires au brevet que l'on veut qualifier de "modèles d'utilités" (MU), grâce à la collecte de nouveaux éléments d'évaluation, considérés dans un rapport plus étroit avec les insuffisances du système des brevets de l'UE, largement inachevé et non homogène, par rapport aux Etats-Unis et au Japon; - la garantie, en cas de propositions d'harmonisation non seulement des mesures d'harmonisation du droit fondamental mais aussi des procédures et des délais relatifs tant en ce qui concerne l'obtention que l'application du MU enregistré, ainsi que de l'introduction d'un instrument peu coûteux, simple, rapide et facile à évaluer et à appliquer, surtout
...[+++]pour les PME, tout en excluant de la protection les substances et les procédés. - une garantie de protection des MU répondant aux conditions de : a) "nouveauté absolue" ; b) "applicabilité industrielle" ; c) "activité inventive" au sens de l'article 56 de la CBE ou, à titre alternatif, avantage pratique/industriel par rapport à l'état antérieur de la technique. L'étendue de la protection devrait découler d'un nombre limité de "revendications" et la recherche d'antériorité devrait être généralement facultative et obligatoire pour faire valoir le droit découlant du MU vis-à-vis d'un tiers. - l'examen de la possibilité de faire jouer à un organisme centralisé communautaire ou européen un rôle actif d'assistance, de conseil et de soutien aux entreprises, les PME, notamment, dans les procédures nationales de dépôt et d'enregistrement du MU ainsi que de la possibilité d'appliquer le langage numérique informatisé au système des brevets ; - le renvoi d'éventuelles mesures de reconnaissance mutuelle à une phase ultérieure à une harmonisation effective, substantielle et interprétative.