In de memorie van toelichting bij voormelde wet van 25 juni 1992 (Gedr. stuk, Kamer, 1990-1991, nr. 1586/1,83) vindt men daar de verklaring voor : " In uitzonderlijke gevallen (bijvoorbeeld artikel 67 van het koninklijk besluit van 16 maart 1968 tot coördinatie van de wetten betreffende de politie over het wegverkeer), waarin de wetgever zelf, in afwijking van het beginsel van de persoonsgebondenheid van de straffe
n, de geldboetes en minnelijke schikkingen in strafzaken ten laste legt van hen die overeenkomstig artikel 1384 van het Burgerlijk wetboek burgerrechtelijk aansprakelijk zijn
, kan echter worden ...[+++]aanvaard dat die geldboeten en minnelijke schikkingen het voorwerp kunnen zijn van een verzekering " .
On en trouve l'explication dans l'exposé des motifs de la loi du 25 juin 1992 précitée (Doc. parl., Chambre, 1990-1991, no 1586/1,83) : " Toutefois, dans les cas exceptionnels (par exemple, l'article 67 de l'arrêté royal du 16 mars 1968 portant coordination des lois relatives à la police de la circulation routière) où le législateur lui-même, dérogeant au principe de la personnalité des peines, met à charge des personnes civilement responsables aux termes de l'article 1384 du Code civil les amendes et transactions pénales, on peut admettre que celles-ci puissent faire l'objet d'un contrat d'assurance " .