Art. 18. § 1. Volgens de bepalingen van artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering v
an een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975, en voor zover
dat de arbeider een anciënniteit heeft van drie jaar voorafgaand aan het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, in
...[+++]de sector ressorterend onder het Paritair Subcomité voor de terugwinning van lompen, verzekert het fonds de integrale betaling aan de arbeider van de aanvullende vergoeding.
Art. 18. § 1. Selon les dispositions de l'article 4 de la convention collective de travail n° 17 du 19 décembre 1974, conclue au sein du Conseil national du travail, instituant un régime d'indemnité complémentaire pour certains travailleurs âgés, en cas de licenciement, rendue obligatoire par arrêté royal du 16 janvier 1975, et pour autant que l'ouvrier ait une ancienneté de trois ans précédant le régime de chômage avec complément d'entreprise dans le secteur relevant de la Sous-commission paritaire pour la récupération de chiffons, le fonds assure le paiement intégral de l'indemnité complémentaire à l'ouvrier.