5. Indien wordt vastgesteld dat een verweidende producent die een aanvraag om de aanvullende premie heeft ingediend, niet ten minste 90 % van zijn dieren gedurende ten minste 90 dagen in een gebied als bedoeld in artikel 114, lid 2, onder b), van Verordening (EG) nr. 1782/2003 heeft geweid, wordt de aanvullende premie niet betaald en wordt de ooien- of geitenpremie verlaagd met een bedrag dat overeenkomt met 50 % van de aanvullende premie.
5. Lorsqu'il est constaté qu'un éleveur pratiquant la transhumance qui introduit une demande de prime supplémentaire n'a pas mis 90 % de ses animaux en pâture pendant au moins 90 jours dans une zone visée à l'article 114, paragraphe 2, point b), du règlement (CE) no 1782/2003, la prime supplémentaire n'est pas payée et la prime à la brebis ou à la chèvre est réduite d'un montant correspondant à 50 % de la prime supplémentaire.