c) In afwijking van voornoemd punt a) en onverminderd de toepassing van voornoemd punt b) mogen de beleggingsvennootschappen met vast kapitaal de uitoefening van de in artikel 3, 41°, c), i), bedoelde beheertaak van boekhoudkundig beheer aan een erkend revisor, een erkend boekhouder of een accountant toevertrouwen.
c) Par dérogation au point a) ci-dessus et sans préjudice de l'application du point b) ci-dessus, les sociétés d'investissement à capital fixe peuvent confier l'exercice de la fonction de gestion comptable visée à l'article 3, 41°, c), i) à un réviseur agréé, un comptable agréé ou un expert-comptable.