Art. 21. Voor de ambtshalve op pensioen gestelde personeelsleden, vermeld in artikel 18, wordt de gemiddelde totale brutobezoldiging, aan spilindex 138,01, in acht genomen die ze genoten zouden hebben als ze tot hun 65ste in statutaire dienstactiviteit waren gebleven.
Art. 21. Pour les membres du personnel, visés à l'article 18, la rémunération brute totale moyenne, à l'indice-pivot 138,01, dont ils auraient pu bénéficier s'ils seraient restés en service actif statutaire jusqu'à l'âge de 65 ans, est prise en considération.