Overwegende dat een opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen met toepassing van artikel 11, § 2, eerste lid, van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de diepe ondergrond moet aangevenvoor welk gebied ze geldt, en dat het gebied zo wordt afgebakend dat de uitoefening van de activiteiten waarvoor de vergunning is verleend, vanuit technisch en economisch oogpunt op zo goed mogelijke wijze kan plaatsvinden;
Considérant qu'un permis de recherche d'hydrocarbures, en application de l'article 11, § 2, alinéa premier, du décret du 8 mai 2009 concernant le sous-sol profond, doit indiquer pour quelle zone il est valable, et que la zone doit être délimitée d'une telle manière que l'exercice des activités pour lesquelles le permis a été octroyé peut avoir lieu de manière optimale du point de vue technique et économique;