In EL en LU volgt de wetgeving letterlijk de richtlijn, DE doet een beroep op algemene gronden voor de toetsing van administratieve besluiten, NL vereist nieuwe omstandigheden die niet op het eerste gezicht kunnen worden uitgesloten als gronden om een eerdere beslissing te herzien, BE onderzoekt of nieuwe omstandigheden belangrijke aanwijzingen bevatten voor een gegronde vrees voor vervolging of een reëel risico op ernstige schade, CZ vereist een verband met de gronden om bescherming te bieden, terwijl SI, HU, LV en SK de nadruk leggen op gewijzigde omstandigheden.
En Grèce et au Luxembourg, la législation s'aligne pleinement sur la directive. L'Allemagne se fonde sur les motifs généraux de contrôle des actes administratifs, les Pays-Bas exigent l'existence de circonstances nouvelles qui ne peuvent pas être exclues a priori pour être des motifs de révision d'une décision antérieure. La Belgique vérifie si les nouvelles circonstances contiennent des indices sérieux d'une crainte fondée de persécution ou d'un risque véritable de préjudice, la République tchèque exige un lien avec les motifs d'octroi d'une protection, tandis que SI, HU, LV et SK mettent l'accent sur le changement des circonstances.