Vijftien jaar later lijken gezinsplanning en seksuele opvoeding in de ontwikkelingslanden te stagneren. Een teken van die stagnatie is dat in de minst ontwikkelde landen de prevalentie van moderne contraceptie slechts 21 procent bedraagt, terwijl het vruchtbaarheidscijfer er nog altijd 4,9 bedraagt, tegenover het wereldgemiddelde van 2,54.
Signe de ce retard, la prévalence de la contraception moderne n'est que de 21 % dans les pays les moins avancés, où le taux de fécondité reste de 4,9, contre une moyenne mondiale de 2,54.