Ook al heeft de administratie er alle belang bij om bij de tewerkstelling van ambtenaren rekening te houden met hun specifieke bekwaamheden en persoonlijke voorkeuren, dit neemt niet weg dat de ambtenaren geen recht kan worden toegekend op de uitoefening of het behoud van een specifieke functie of op weigering van elke andere tot h
un standaardfunctie behorende taak. Bijgevolg eerbiedigt de h
erplaatsing van een ambtenaar van een post van eenheidshoofd naar een post van adviseur, met behoud van dezelfde rang AD 14, de regel van overeens
...[+++]temming van rang en ambt, aangezien, zoals blijkt uit de beschrijvende tabel van standaardfuncties in bijlage I, afdeling A, van het Statuut, rang AD 14 overeenkomt met een administrateur die bijvoorbeeld werkzaam is als directeur, eenheidshoofd of adviseur.
Ainsi, la réaffectation d’un fonctionnaire d’un poste de chef d’unité à un poste de conseiller, tout en conservant le même grade AD 14, respecte la correspondance entre le grade et l’emploi, dans la mesure où, tel que cela ressort du tableau descriptif des emplois types figurant à l’annexe I, point A, du statut, le grade AD 14 correspond à un administrateur exerçant, par exemple, la fonction de directeur, de chef d’unité ou de conseiller.