Wanneer een ambtenaar, een ander personeelslid, een lid van een instelling of orgaan, een hoofd van een instantie of een personeelslid overeenkomstig artikel 22 bis van het Ambtenarenstatuut, aan het Bureau informatie verstrekt over een vermoeden van fraude of onregelmatigheid, stelt het Bureau die persoon in kennis van het besluit om al dan niet een onderzoek naar de feiten in kwestie te openen.
Lorsqu’un fonctionnaire, un autre agent, un membre d’une institution ou d’un organe, un dirigeant d’un organisme ou un membre du personnel, agissant conformément à l’article 22 bis du statut, fournit à l’Office des informations relatives à une suspicion de fraude ou d’irrégularité, l’Office informe cette personne de la décision d’ouvrir ou non une enquête sur les faits en question.