Art. 28. § 1. Wanneer de landbouwer overeenkomstig de bepalingen van artikel 25, heeft geopteerd voor het forfaitaire stelsel, of die overeenkomstig de bepalingen van artikel 26, § 4, het forfaitaire stelsel ambtshalve opgelegd krijgt, wordt voor een bepaald kalenderjaar, voor een bedrijf het mestoverschot bepaald als de som van de mestoverschotten van de verschillende exploitaties die tot het bedrijf behoren.
Art. 28. § 1. Lorsque conformément à l'article 25, l'agriculteur a opté pour le système forfaitaire ou que, conformément aux dispositions de l'article 26, § 4, on lui applique d'office le système forfaitaire, on détermine pour une année civile donnée et pour une entreprise l'excédent de lisier comme la somme des excédents de lisiers des différentes exploitations qui appartiennent à l'entreprise.