Art. 36. Elke onderworpen entiteit zorgt ervoor dat haar personeelsleden, alsook haar agenten en distributeurs die een verrichting die ze als atypisch beschouwen in de zin van artikel 35, § 1, 1°, of het feit dat ze niet kunnen voldoen aan de waakzaamheidsverplichtingen bedoeld in de artikelen 33, § 1, 34, § 3, en 35, § 2, intern melden, worden beschermd tegen elke bedreiging of daad van agressie, en in het bijzonder tegen nadelig of discriminerend optreden van de werkgever.
Art. 36. Chaque entité assujettie veille à ce que les membres de son personnel, ainsi que ses agents et distributeurs, qui signalent en interne une opération qu'ils considèrent atypique au sens de l'article 35, § 1, 1°, ou une impossibilité de satisfaire aux obligations de vigilance visées aux articles 33, § 1, 34, § 3, et 35, § 2, soient protégés de toute menace ou de tout acte hostile, et en particulier de toute mesure préjudiciable ou discriminatoire en matière d'emploi.