Vanuit deze optiek strekt de kwaliteitsrekening, ook al kent de bank enkel de beroepsbeoefenaar, niet tot onderpand van de schuldeisers van de beroepsbeoefenaar derwijze dat zijn schuldeisers (na beslag), zijn echtgenoten (na echtscheiding) of zijn erfgenamen (na overlijden) hierop geen rechten kunnen doen gelden.
Sous cet angle, même si la banque ne connaît que le praticien professionnel, le compte de qualité ne constitue pas le gage des créanciers du praticien professionnel, si bien que ses créanciers (après saisie), son conjoint (après divorce) ou ses héritiers (après décès) ne peuvent prétendre à ces fonds.