In het begin van de negentiende eeuw werd het landbouwlandschap van de provincie Cuneo gevormd door uitgestrekte kastanjebossen met vooral hoogstammige bomen die aan de bebouwbare gronden grensden.
Dans le paysage agraire de la province de Cuneo, au début du XIXème siècle, de vastes superficies de châtaigneraies, pour la plupart en hautes futaies, s'étendaient aux limites des terres cultivées.