Het Hof wordt ondervraagd over het verschil in behandeling tussen, enerzijds, de schuld
enaar-beslagene die krachtens artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek schuldeiser is van een schadevergoeding ter compensatie van het inkomensverlies dat te wijten is aan een ar
beidsongeschiktheid ingevolge een ongeval van gemeen recht en, anderzijds, de schuldenaar-beslagene die schuldeiser is van één
van de vergoedingen bedoeld in artikel 1410, § ...[+++]1, 4° en 5°, en § 2, 4° en 5°, van het Gerechtelijk Wetboek : terwijl de eerste categorie van personen krachtens artikel 1409bis, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek binnen de termijn van vijf dagen vastgesteld in artikel 1408, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek zijn opmerkingen moet voorleggen teneinde te laten erkennen dat de door die categorie van personen geïnde vergoedingen niet vatbaar zijn voor beslag, is de beperking van de inbeslagneming van de vergoedingen bedoeld in artikel 1410, § 1, 4° en 5°, en § 2, 4° en 5°, van het Gerechtelijk Wetboek automatisch.L
a Cour est interrogée sur la différence de traitement entre, d'une part, le débiteur saisi qui, en vertu de l'article 1382 du Code civil, est créancier d'une indemnité réparant une perte de revenus due à une incapacité de travail consécutive à un accident de droit commun et, d'autre part, le débiteur saisi qui est créancier d'une des indemnités visées à l'article 1410, § 1, 4° et 5°, et § 2, 4° et 5°, du Code judiciaire : si la première catégorie de personnes doit, en vertu de l'article 1409bis, alinéa 2, du Code judiciaire, présenter ses observatio
ns dans le délai de cinq jours fix ...[+++]é par l'article 1408, § 3, du Code judiciaire en vue de faire reconnaître le caractère insaisissable des indemnités perçues par cette catégorie de personnes, la limitation de la saisie des indemnités visées à l'article 1410, § 1, 4° et 5°, et § 2, 4° et 5°, du Code judiciaire est automatique.