9. De lidstaten, de in lid 2 bedoelde organisaties, de Raad, de Commissie en de raad van bestuur streven ernaar om, elk binnen hun bevoegdheden, te zorgen voor een evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in de in lid 2 bedoelde kandidaturen en benoemingen, bij de in lid 4 bedoelde verkiezingen en de in lid 8 bedoelde benoemingen.
9. Les États membres, les organisations visées au paragraphe 2, le Conseil, la Commission et le conseil de direction s’efforcent, dans le cadre de leurs compétences respectives, d’assurer une représentation équilibrée des hommes et des femmes dans les listes de candidats et les nominations visées au paragraphe 2, dans les élections visées au paragraphe 4 et dans les nominations visées au paragraphe 8.